Expliciete instructie

Nieuwe stof aanleren door zelfstandig ermee aan de slag te gaan heeft het grote risico dat er misconcepties kunnen ontstaan. In het boek Volgens Barton wordt dit genoemd, ondersteund met onderzoeksresultaten. Welke leerling je ook voor je hebt, in het begin is iedereen een beginner op het desbetreffende domein, en dus moet je in die eerste fase zo min mogelijk ruimte bieden om misconcepties te laten ontstaan. Vandaar de suggestie: start altijd met expliciete instructie.

Een manier waarop Barton dat in zijn lessen doet is met behulp van een superkrachtig uitgewerkt voorbeeld. In deze blogpost bespreek ik zo’n lesvorm aan de hand van een gegeven les.

Het doel van de les is dat de leerlingen de afgeleide van de logaritme kennen en dat ze de afgeleide kunnen toepassen in combinatie met de kettingregel. De les start met het geven van de benodigde regels voor het differentiëren van logaritmen.

Terwijl de rekenregels op het linker bord blijven staan deel ik de andere twee borden in in drie kolommen: een kolom voor een klassikaal voorbeeld, een kolom voor reflectie, en een kolom voor een opgave die de leerlingen zelf gaan proberen.

In stilte schrijf ik de uitwerking op in de voorbeeld-kolom. De leerlingen kijken in stilte en schrijven niet mee. Het idee hierachter is dat wanneer je tegelijk zou moeten kijken en luisteren dit een grotere belasting is voor je werkgeheugen. Ook het meeschrijven zou een extra belasting opleveren van je werkgeheugen.

Daarna loop ik de uitwerking met ze door, door elke stap toe te lichten; de leerlingen luisteren in stilte en stellen geen vragen. Dit is om te voorkomen dat de leerlingen die op het punt van leren staan door de vragen van anderen in de war raken.

Barton laat zijn leerlingen dan het voorbeeld overnemen. Dit zou je in een onderbouwklas inderdaad prima kunnen doen. Ik heb ervoor gekozen om deze stap bij mijn 5 vwo klas over te slaan.

Hierna schrijf ik een aantal reflectieve vragen in de middelste kolom van het bord en vraag hen daar in stilte kort over na te denken. Het bestuderen van uitgewerkte voorbeelden en daar reflectieve vragen over stellen, zou een aantoonbaar effect hebben op het leerresultaat.

Dan is het moment aangebroken voor de leerlingen om zelf een opgave te proberen te maken. Ondertussen loop ik rond om vragen te beantwoorden en te kijken hoe de leerlingen te werk gaan.

Daar waar Barton een goede uitwerking van een leerling op het bord zet of laat zetten, om daarmee te laten zien dat het lesdoel binnen handbereik ligt, kies ik er dit keer voor om een willekeurige leerling zijn of haar uitwerking te laten presenteren. Ondertussen schrijf ik die uitwerking op het bord in de rechter kolom.

De uitwerking van de leerling blijkt deels correct. Je zou kunnen beargumenteren dat dit verwarrend is voor sommige leerlingen, omdat hun kennis omtrent het juist toepassen van de genoemde rekenregels nog fragiel is. Je zou echter ook kunnen verdedigen dat het benoemen van foutieve voorbeelden, door aan te geven waar de fout zit en die te verbeteren, het juist toepassen van de regel of regels juist versterkt.

Dan is het moment aangebroken dat de leerlingen zelfstandig aan gerelateerde opgaven gaan werken.

De les zou afgesloten kunnen worden met een formatieve evaluatie, zoals een diagnostische multiple choice vraag, om te zien of er nog misvattingen heersen onder de leerlingen.

Gebruikte literatuur:
Barton, C. (2019). Volgens Barton. Culemborg: Phronese.